Maritiem Digitaal
collectie zoeksyteem van de maritieme musea
De Bramene doot wesende wort nae haer wet verbrant, en zijn vrouwe wt liefde haers mans, verbrant haer levendich met hem...
| titel | De Bramene doot wesende wort nae haer wet verbrant, en zijn vrouwe wt liefde haers mans, verbrant haer levendich met hem. |
|---|---|
| inventarisnummer | B21593a-P25 |
| collectie | Picturalia |
| museum | Maritiem Museum Rotterdam
 |
| maker | Doetecum, Johan van (I); Linschoten, Jan Huyghen van |
| omschrijving | Afbeelding van een Brahmaanse vrouw die zich in een put gooit met vuur waar haar overleden man ligt. Links staan verscheidene mannen en vrouwen afgebeeld in witte jurken, waarvan drie instrumenten dragen. In het midden zien wij de Brahmaanse vrouw zich al dansend in het vuur gooien. Zij draagt een korte top en een lendendoek. Verder draagt zij veel sieraden om haar nek, armen en voeten. In het vuur ligt een naakte man. Rechts staan twee mannen afgebeeld waarvan de één bladeren op het vuur gooit en de ander een vloeistof op het vuur gooit. Op de achtergrond is rook van het vuur afgebeeld en in de verte water en bergen. Volgens het ‘Itinerario’ zijn er twee verklaringen voor dit ritueel. Ten eerste zou het bijna als heldendaad worden gezien waar de vrouw trouw aan haar man bewijst, dat zij zelfs na de dood bij hem blijft. Een andere verklaring zou zijn dat weduwen zich in het vuur moesten gooien, om zo schrik aan te jagen aan vrouwen die hun man probeerden te vergiftigen om vervolgens een nieuwe man te kunnen trouwen. Dit was ooit door een brahmaanse koning wettelijk bepaald. Volgens het ritueel zou de vrouw al haar sieraden afdoen en verdelen onder haar verwanten, echter zien we dit niet op de prent terug. Vervolgens zou de vrouw zich, onder luide muzeik, in het vuur gooien. Het vuur werd extra aangewakkerd door olie op het vuur te gooien. Daarnaast werden kruiden gebruikt voor de geur. Prent opgenomen in de uitgave Itinerarium, Ofte Schip-vaert naer Oost ofte Portugaels Indien. Inhoudende een beschrijvinghe, dier Landen, Zee-kusten, Havens, Rivieren, Hoecken ende Plaetsen, met de ghedenck-weerdighste Historien der selver. Hier zijn by ghevoeght de Conterfeytsels, van de Habijten ofte Drachten, so van de Portugesen aldaer residerende, als van de in-gheboren Indianen: Ende van hare Tempelen, Afgoden, Huysinghen, manieren, Godesdienst, Politie, Huys-houdinghen ende Koop-handel, hoe ende waer die gedreven wort: Als oock van de Boomen, Vruchten, Kruyden, Specerijen, ende dierghelijcke Materialen van die Landen. / Alles beschreven door Ian Huygen van Linschoten. Van nieus ghecorrigeert ende verbetert. - Amsterdam : Cloppenburgh, Jan Evertsz (I), 1623. |
| afmetingen | hoogte 25.0 cm breedte 31.0 cm hoogte 31.7 cm breedte 42.3 cm |
| startdatum | 1596 |
| einddatum | 1623 |
Bekijk ook
Commentaar van bezoekers