titel | Waterlijnmodel van het cruiseschip m.s. 'Cunard Adventurer' |
---|---|
inventarisnummer | M9637 |
collectie | modellen en maquettes |
museum | Maritiem Museum Rotterdam |
maker | Rotterdamsche Droogdok Maatschappij N.V. |
scheepsnaam | Cunard Adventurer |
omschrijving | Het schip de m.s. ‘Cunard Adventurer’ was een cruiseschip geheel gericht op toeristenreizen in het Caribisch gebied. Het schip was in dienst voor de Cunard Line van 1971 tot 1977. Het schip werd door de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM) gebouwd, dat in 1971 onderdeel werd van het Rijn-Scheld-Verolme concern. De kiellegging van het schip vond plaats in november 1969 en de tewaterlating op 2 februari 1971. De eerste proefvaart was in datzelfde jaar op 28 augustus. De maiden voyage van het schip vond plaats op 19 november 1971 vanuit Southampton. De ‘Cunard Adventurer’ voer toen naar Lissabon, Madeira, Las Palmas en vervolgens naar de Antillen in het Caraïbisch gebied. Het basisontwerp van het schip werd samengesteld door het Deense bureau Knud E. Hansen te Kopenhagen. Dit ontwerp werd echter aangepast nadat Cunard Steamship Company te Liverpool het schip had gekocht. Het schip was 147,5 meter lang, 21,5 meter breed en 36,8 meter hoog. De bruto inhoud van het schip was 14.155 registerton en de snelheid 21,5 zeemijlen per uur. Het schip bestond uit tien dekken waarvan er zeven toegankelijk zijn voor passagiers. Het schip voer onder de Britse vlag. Beneden het “Magalan” schottendek was het casco in twaalf compartimenten verdeeld door waterdichte dwarsschotten. Het roer werd bewogen door een elektrische hydraulische stuurmachine. Voor de voortstuwing van het schip stonden in de hoofdmachinekamer vier Stork-Werkspoor dieselmotoren opgesteld, type TM 410, 12 cilinders, elke motor met een vermogen van 6500 pk. Zij werkten paarsgewijs op twee schroefassen met een maximum vermogen van 2600 rem-pk en werden apart of in combinatie gebruikt. Het schip beschikte over 12 motorsloepen van het merk Watercraft die fungeerden als reddingsschepen. Eén boot was uitgerust met een vaste radio-zend- en ontvangstinstallatie van het type Marconi Salvare II. Vier van de twaalf boten dienden als zenders en verder waren er nog twintig reddingsvlotten aan boord. Het interieur werd ook aangepast naar Cunard maatstaven. Er werd een bioscoop toegevoegd, de bibliotheek werd omgevormd tot een luxe passagiersaccommodatie, de personeelsaccommodaties werden vergroot en de faciliteiten verbeterd. De binnenhuisarchitectuur was een ontwerp van Forbes –Ergas Design Associates te New York en van de Amerikaanse architect Albert Hinkley. Het schip werd door verschillende tijdschriften uit die tijd omschreven als modern, luxe en comfortabel. Het cruiseschip beschikte over een kapsalon, lounges, zes bars, een nachtclub, een theater, winkels, een bioscoop, een drukkerij, een buitenzwembad en een sauna. De zogenaamde “Mayflower room” bevond zich op het sloependek en fungeerde als de nachtclub van het schip. De ruimte had 298 zitplaatsen, een podium, intieme verlichting en een dansvloer in het midden van de zaal. Verder was er de mogelijkheid om op het zonnedek een panoramisch uitzicht te aanschouwen in de “Sky room”. Deze ruimte werd over de volle breedte van het schip gebouwd en lag boven het stuurhuis. De zaal beschikte over 200 zitplaatsen. Ten slotte was er nog het “Sir Walter Raleigh Restaurant”. De zaal was bruin van kleur met bloemenmotieven op de muren. De kapiteinstafel was in het midden van de zaal gesitueerd. De ruimte beschikte over 402 zitplaatsen. Het schip was 100% airconditioned door een installatie van Swaay N.V. Er konden maximaal 832 toeristen aan boord overnachtten in 332 hutten, waaronder 34 tweepersoons luxe hutten, 184 tweepersoons buitenhutten, 110 tweepersoons binnen hutten en 172 pullmans (Dit waren hutten met uitklapbare bedden die in de muur van de hut zijn opgeborgen). In 1977 werd de ‘Cunard Adventurer’ hernoemd in ‘Sunward II’ toen het schip was verkocht aan de Norwegian Cruis Line. In 2005 werd het schip op een veiling doorverkocht aan Louis Cruises en kreeg de naam ‘Coral’. Het schip voer tot 2011 in de mediterrane en vooral tussen de Griekse eilanden. In 2013 kondigde Louis Cruises aan het schip onder een nieuwe naam te laten varen in 2014. Dit plan ging echter niet door en de ‘Coral’ werd verkocht aan een sloopbedrijf in Turkije en werd daarna doorgevoerd naar een schrootbedrijf in Alang, India. Het schip kwam daar te staan op 30 januari 2014 en is inmiddels ontmanteld. (Informatie ontleend uit diverse folders, brochures en internetbronnen). |
afmetingen | lengte 120 cm breedte 27.2 cm hoogte 25.4 cm lengte 98.7 cm breedte 14.6 cm hoogte 21.5 cm schaal |
startdatum | 1971 |
einddatum | 1971 |
Commentaar van bezoekers