K. Leeuw | 2015-11-24 | 13:51:18 U bent in het bezit van een schilderij van zeilschip Heveskes I van rederij van der Hey uit Heveskes. Hierbij van dezelfde rederij een foto van de bark San Francisco van Heveskes met als kapitein Hemmo Leeuw. Schilderij is gedateerd 1893. Schider is waarschijnlijk L.P. Pjösbrönn, een noorse zeeschilder. Hemmo Leeuw is mijn overgrootvader en het schilderij is in mijn bezit. m.vr.gr. Koos Leeuw

Jan Huizinga | 2011-03-17 | 10:35:11Geachte heer Klapwijk, Ik heb gezien dat u mijn bijdrage op uw site heeft geplaatst; erg leuk. Mocht u het historisch meer complete verhaal interessant vinden als tekst bij het schilderij, dan treft u dat hier onderstaand aan. Groet, Jan Huizinga. "In 1874 overleed in Oterdum (Groningen)Bonne Harms van der Heij, een redelijk welvarende landbouwer. Hij liet aan zijn 2 zoons, de toen 28-jarige Bonne Harm van der Heij en de 27-jarige Swier van der Heij, een voor die tijd redelijk groot vermogen na. Bonne en Swier werden beide ook landbouwer en een redelijke welvaart zou hun deel geworden zijn, ware het niet dat te veel vermogen op te jonge leeftijd toch regelmatig tot iets onbezonnens kan leiden. Swier kocht in 1879, 32 jaar oud en naar verluid medegefinancierd door broer Bonne, een eerste koopvaardijschip, de brik Anna Betty, hij werd dus reder; deze rederij was gevestigd te Heveskes. In hetzelfde jaar werd de brik echter in de haven van Cuxhaven (Dtsl) direct afgekeurd; ook in 1879 kocht hij de schoenerbrik “Isadora”, die één jaar later strandde in Jutland, pijnlijke financiële verliezen in de aanloopjaren dus. In de loop der jaren strandde de bark “Paulina” in Wilmington (North Carolina, USA) en raakten 2 van hun barken in 1889 vermist (één tussen Liverpool en Buenes Aires, de ander tussen Pensacola (Florida, USA) en Rotterdam. Dat het uitoefenen van een rederij met een koopvaardijvloot economisch dus andere eisen stelt dan dat van een landbouwbedrijf blijkt uit het feit dat het bedrijf in 1896 failleerde. De 3, nog in bezit zijnde, barken werden naar het buitenland verkocht: de “San Francisco”, de “Heveskes” (eerder “Frieda Grampp” geheten) en de “Heveskes II” (eerder “Irma” geheten) ), en, wat erger zal zijn geweest, ook zijn grote boerderij moest worden verkocht. Zo was Swier op zijn 49e failliet; het is niet bekend wat hij nadien is gaan doen. Het leidt bijna geen twijfel dat het faillissement ook Bonne heeft geraakt in zijn hoedanigheid als medefinancier van het bedrijf, zal ook zijn landbouwbedrijf noodgedwongen zijn verkocht en er de oorzaak van geweest zijn dat Bonne, nog in hetzelfde jaar als de bedrijfsbeëindiging, in 1896 naar de stad Groningen verhuisde en daar boekhouder werd in plaats van landbouwer met enig aanzien."

J.Huizinga | 2011-03-06 | 17:15:02Deze bark was van 1892 t/m 1896 in bezit van de rederij van Swier van der Heij, gevestigd in Heveskes (Groningen).In het jaar 1896 is de bark verkocht naar het buitenland. Van een andere bark van deze rederij "Heveskes(I)" bestaat ook een schilderij, geschilderd door de Noor P.J.Pjosbronn. De rederij is opgericht in 1879 en failleerde in 1896.