Maritiem Digitaal
collectie zoeksyteem van de maritieme musea
Journaal gehouden gedurende de Ambasade van zijne Excellentie: den Heere J.S. Haringman; op Ordre van Hun Hoog Mogende b...
| titel | Journaal gehouden gedurende de Ambasade van zijne Excellentie: den Heere J.S. Haringman; op Ordre van Hun Hoog Mogende bij den Keyzer van Marocco, in het jaar 1788 |
|---|---|
| inventarisnummer | H42 |
| collectie | handschriften |
| museum | Maritiem Museum Rotterdam
 |
| omschrijving | Journaal gehouden van de reis van gezant J.S. Haringman aan Marokko, 22 juni - 15 september 1788 (11 vel folio). In het journaal wordt beschreven dat een aantal leden van de Hollandse ambassade aankomt in Tanger. Ze komen aanvankelijk op twee schepen: de 'Castor' en de 'Pallas', later worden de schepen 'Delft' en 'Thoolen' (de brik de 'Post') nog genoemd. De bacha, assistent van de Marokkaanse keizer, ontvangt hen daar en ze proberen een audiëntie te krijgen bij de keizer. Er waren meerdere buitenlandse consuls in de stad aanwezig. De delegatie krijgt een onderkomen in de stad en ze ontmoetten de bacha, die hun verzoek om de keizer te spreken in behandeling neemt. In de nacht worden ze opgeschrikt door lawaai, dat voor de Ramadan dient (naam Ramadan wordt niet genoemd). De dagen bestaan uit wachten in hun verblijfplaats, dineren met buitenlandse consuls en ander eten. Af en toe gaan ze wandelen, paardrijden of bezoeken ze bijzondere plekken. Op 30 juli wordt de dokter van de Hollandse delegatie gevraagd om bij een zieke Turkse vrouw te komen kijken. Dit wordt uitgebreid beschreven, omdat de mannen de vrouwen van dichtbij te zien krijgen, wat erg ongewoon is omdat deze op publieke plekken altijd een bovenkleed dragen. Een nieuwsgierige luitenant (Byll of Bylk is zijn naam) doet zich voor als tweede dokter en voelt de overige vrouwen in het huis de pols. Hun uiterlijk wordt uitgebreid beschreven. Ze bezoeken een markt en worden begroet door de moeder van de voormalige Marokkaanse ambassadeur van Holland, Omar Job. De plaatsen die ze bezoeken en de omgeving beschrijft de auteur meestal aardig uitgebreid. De dokter wordt door de bacha verzocht naar zijn huis te komen omdat hij denkt dat een van zijn vrouwen ziek is. Op 11 juli maken de Turken, die naast hen wonen, de hele nacht muziek, terwijl de vrouwen op het dak meezingen; dit ter gelegenheid van een teruggekeerde pelgrim. De schepen 'Castor' en 'Pallas' zeilen af en toe uit, dan gaan ze naar Gibraltar. Op 17 juli wordt er in de buurt een Turkse vrouw begraven, wat ook uitgebreid beschreven wordt. Ze ontmoeten een aantal Pruisische heren, die paarden komen kopen van de keizer. Op de 31e juli krijgen ze bericht dat de ambassadeur in de stad Mequinez audiëntie kan komen houden. Ze vertrekken daarop 11 augustus naar die stad. De auteur beschrijft de plaatsen en rivieren waar ze langs komen en de nomadendorpen. Ze komen bovendien langs het graf van een Moorse generaal die in 1557 in een slag met de Turken het commando had. Later werd hij door de Moorse koning onthoofd omdat hij verborgen hield dat een andere Moorse koning gesneuveld was in de strijd. Op 17 augustus raakt de ambassadeur verdwaald en moeten de auteur en de overige leden van het gevolg op hem wachten aan de rand van een grote vlakte. Pas om tien uur 's avonds komt de ambassadeur aan en dan besluiten zij om daar een nacht hun kamp op te zetten. De volgende dag bereiken ze Mequinez. Enige Joden worden hun huis uitgejaagd om plek te maken voor het Hollandse gezelschap. Op 26 augustus krijgen ze audiëntie bij de keizer, die publiekelijk is. De keizer Sidy Mohamma Ben Abdala bevindt zich in het midden van een vierkant van zijn lijfwachten. Hij wordt uitgebreid beschreven. De ambassadeur vraagt om vrede, en de keizer antwoordt bevestigend dat zijn houding niet zal veranderen ten opzichte van de Nederlanders, vraagt dan per brief naar de onenigheden in Holland en stelde wat vragen aan de Pruisische heren. De dagen erna bezoeken ze ruïnes en paleizen in de buurt, waarvan sommige nog door de grootvader van de huidige keizer gebouwd waren. Sommige gebouwen waren door een grote aardbeving op 1 november 1755 verwoest. Op 2 september krijgt de ambassadeur weer een audiëntie met de keizer, maar deze is voor de tweede maal publiek. Hij krijgt voor elkaar dat een Hollandse schipbreukeling Marokko mag verlaten. De dag erna krijgen ze nog audiëntie met zijn zoon de prins Muly Islamma IV. Ze krijgen een struisvogel en een jong leeuwtje van hem cadeau. Samen met de Pruisische heren beginnen ze hun terugreis naar Tanger op 7 september, waarop ze gelijk de struisvogel kwijtraken. Op 14 september komen ze weer in Tanger aan, waar ze nog één keer de bacha ontmoeten en waarna ze een dag later op 15 september vertrekken naar Gibraltar. |
| afmetingen | hoogte 32.7 cm breedte 20.8 cm |
| startdatum | 1788-06-22 |
| einddatum | 1788-09-15 |
Bekijk ook
Commentaar van bezoekers