Maritiem Digitaal
collectie zoeksyteem van de maritieme musea
Waterlijnmodel van het m.s. 'Boissevain' van de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen
| titel | Waterlijnmodel van het m.s. 'Boissevain' van de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen |
|---|---|
| inventarisnummer | N138 |
| collectie | modellen en maquettes |
| museum | Maritiem Museum Rotterdam
 |
| scheepsnaam | Boissevain |
| omschrijving | Waterlijnmodel van het m.s. 'Boissevain' van de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen in een zeetje. Het model heeft de uitstraling van ná de modificatie in 1961/62. Op de bakboordzijde van de vitrine zit een plaatje met de naam, bouwjaar en sloopjaar van het schip. Het model heeft een zwarte romp met een witte bies aan de bovenzijde. De naam van het schip; ‘Boissevain’, staat in witte verf aan weerszijden van de boeg en op de achterplecht. Daar nog voorzien van een kroon én de naam van de thuishaven: ‘Amsterdam’.
Het schip heeft zes luiken, drie vóór en drie achter de accommodatie. De zichtbare luiken zijn bruin geschilderd. Luik I is geplaatst op de achterkant van de bak, met daar voor nog het ankerspil met beide ankerkettingen die naar de ankers in de kluisgaten leiden. Van het ankerspil leidt nog een derde ankerketting naar voren. Deze wordt gebruikt bij het afmeren op stroom aan een boei. Verder staan er op de bak nog diverse zwarte bolders voor het beleggen van het meergerei en enkele windhappers.
De 'Boissevain' heeft twee masten, elk met twee laadbomen naar voren en twee laadbomen naar achter ten behoeve van de luiken II en III, respectievelijk de luiken V en VI. De voormast voert ook nog een zware spier voor het laden en lossen van zware lading in luik II. Masten, laadbomen en windhappers aan dek zijn geel geschilderd, binnen de passagiersruimte zijn de windhappers wit geschilderd. Alle laadbomen zijn voorzien van lieren met hun topeinden en ze zijn ook voorzien van geien. Buiten de laadbomen is de 'Boissevain' ook nog uitgerust met twaalf grijs geschilderde kranen. De luiken IV en V zijn glad tov de dekken om de passagiers tijdens de overtochten meer ononderbroken dekruimte te bieden. Luik IV is ook onderdeel van een tennisbaan. Tussen de luiken IV en V is op het promenadedek een zwembad geplaatst.
De 'Boissevain' beschik over twaalf reddingboten, zes aan elke zijde van het schip, waarvan de eerste aan stuurboord een motorreddingboot is. Zes reddingboten met hun davits zijn opgesteld op het sloependek van de accommodatie, de volgende twee ter hoogte van het zwembad en de laatste twee paren ter hoogte van de achtermast en het kampanjedek. De reddingboten zijn wit geschilderd met een geel dekzeil.
Het model heeft een langgerekte, witte accommodatie met een enkele zwarte schoorsteen met daarin het ruitvormig embleem van de KJCPL. Rond de schoorsteen en op het kampanjedek is een grijs geschilderd zonnedek geplaatst. Het schip heeft een gesloten brug met open brugvleugels. Voor de schoorsteen staat een wit geschilderde radarmast en een dekdoorvoer van de zendantenne met een verbinding naar de antenne tussen beide masten. Op het kampanjedek staat onder de zonnetent nog een reserve stuurinrichting met een standaardkompas. Aan de achtermast voert het model de rederijvlag van de KJCPL en de Nederlandse driekleur wappert van een vlaggenmast op de achterplecht. Het ms ‘Boisevain’ werd samen met haar zusterschepen de ‘Tegelberg’ en de ‘Ruys’ in 1935 door de KPM besteld bij drie verschillende werven. De ‘Boissevain’ werd op 3 juli 1937 te water gelaten op de werf van Blohm & Voss in Hamburg, Duitsland. Het drietal schepen werd vernoemd naar het drietal oprichters van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM); Mr. Boissevain, Mr. Tegelberg en Mr. Ruys en bestemd voor de lijn van het verre Oosten via Zuid-Afrika naar de oostkust van Zuid-Amerika, de ASAS dienst. Om boven de machinekamer ook ruimte voor passagiersaccommodatie te behouden werd gekozen voor een ontwerp met een drietal – kleinere – motoren. Met deze 8 cilinder diesels van 3600 aPK elk en in totaal dus 10.800 aPK, kon een dienstsnelheid van 16 kts worden gehaald met een maximum snelheid – met reserve- van 17-18 kts. Tijdens de oorlog werd bij het ontlopen van onderzeeboten wel een snelheid van 20kts gehaald. De ‘Boissevain’ mat 14.150 BRT en had een laadvermogen van 12.285 M3 waarvan 200 ton koel/vries lading en ongeveer 7500 ton normale lading, verdeeld over zes ruimen. De luiken van het schip werden bediend door laadbomen en 1.5 ton Figee kranen met een zware spier van 30 ton laadvermogen bij ruim II voor het behandelen van zware lading. De luiken IV van het sloependek en V van het promenade dek waren strak gelijk met het teakhouten dek gemaakt, waardoor er voor de passagiers tijdens de reis een groot dek oppervlakte beschikbaar was. Het schip was uitgerust met een stalen motorreddingboot mét noodzender en 9 reddingboten met Flemingpatent voor 99 personen op het sloependek en aanvullend nog een tweetal conventionele reddingboten voor 20 personen ter hoogte van luik IV. Alle reddingboten met uitzondering van de laatste twee hingen in Schat’s davits en waren voorzien van Schat’s patent schaatsen die het mogelijk maakten om alle reddingboten af te vieren aan beide zijden van een zwaar overhellend schip. Het schip was ingericht voor 82 1e klasse-, 18 2e klasse- 54 intermediate klasse- en 634 tussendekpassagiers. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de Pacific werden de schepen vercharterd aan het ‘British Ministry of War Transport’ (BMWT) die de passagiersschepen liet ombouwen tot troepentransportschepen met een capaciteit van ongeveer 3.000 manschappen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vervoerde het ms ‘Boissevain’ 73.987 geallieerde militairen In maart 1947 werden de buitenlijnen van de KPM samengevoegd met die van de Java-China-Japan lijn tot de Java-China Paketvaart Lijn die kort daar na ‘Koninklijk’ werd verklaard tot de ‘KJCPL’, buiten Nederland de Royal Interocean Line’ (RIL) genoemd. In 1961 werd het schip ingrijpend gemoderniseerd bij de Taikoo Dockyard in Hongkong waarbij de passagiersaccommodatie werd gemoderniseerd en de 2e klasse na modernisatie aan de 1e klasse werd toegevoegd. De passagiersaccommodatie na de modernisatie was nu: 131 eerste klasse, 84 tweede klasse & 179 in de derde klasse. Het aanzicht van de schepen veranderde ook dramatisch; de romp werd in plaats van wit nu zwart geschilderd. Op 29 januari 1968 komt de 'Boissevain' op haar laatste reis op weg van Kobe naar Nagoya, 22 mijl ten westen van Kaap Daio (oostkust van Japan), in aanvaring met het Japanse ms. 'Hokko Maru'. Het Japanse schip zinkt en de ‘Boissevain’, hoewel beschadigd kon haar reis voortzetten. Op 14 juli van dat jaar kwam het schip aan in Kaosiung om gesloopt te worden. |
| afmetingen | lengte 187 cm breedte 37 cm hoogte 64 cm |
| startdatum | 1968 |
Bekijk ook
Commentaar van bezoekers