Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van een fregat.

titelScheepsmodel van een fregat. 
inventarisnummerFSM-1995-398 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerOnbekend 
omschrijvingScheepsmodel van een fregat uit het laatst van de 18de of uit het begin van de 19de eeuw. Blokmodel. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft een boegspriet met kluifhout en drie masten: een fokkemast, een grote mast en een bezaanmast. De fokkemast en de grote mast zijn in drieën gedeeld: een mast, een marssteng en een bramsteng. De fokkemast heeft alleen een marsteng. Op alle drie de masten wordt de overgang van mast naar marssteng gevormd door een mars (kraaienest) en een ezelshoofd. De marsen worden aan de achterkant afgeschermd met soort reling van rood zeildoek. De overgang van marssteng naar bramsteng in de voorste twee masten wordt met twee ezelshoofden gemaakt. De boegspriet steekt uit het voorschip en wordt aan de onderkant gehouden door een waterstag op de scheg en hangt aan de bovenkant in twee voorstagen van de fokkemast. Het kuishout op de boegspriet is bevestigd met een ezelshoofd en een woeling (gesjord touwwerk). Aan de onderkant wordt het kluifhout gehouden door een waterstag rechtstreeks op de scheg en door twee waterstagen doe worden geleid door een dubbele stampstok (schuin naar beneden wijzende stok aan de boegspriet, ook wel Spaanse ruiter genaamd). Aan weerszijden wordt het kluifhout gehouden door een boegwant van één hoofdtouw. Aan de bovenkant hangt het kluifhout in een voorstag van de fokkemast. De fokkemast wordt gehouden door twee voorstagen op de boegspriet en door een staand want van zes hoofdtouwen met weeflijnen (touwladders). De marssteng van de fokkemast wordt gehouden door een staand stengewant van vier hoofdtouwen met weeflijnen, vastgezet op de mars. De bramsteng van de de fokkemast wordt gehouden door een staand want van twee hoofdtouwen op de zaling van de marssteng en door drie bakstagen op het boeisel. De grote mast wordt gehouden door een voorstag op het voordek en door een staand want van zes hoofdlijnen met weeflijnen. De marssteng van de grote mast wordt gehouden door een voorstag op de fokkemars, door een staand stengewant van vier hoofdtouwen met weeflijnen en door een bakstag op het boeisel. De bramsteng van de grote mast wordt gehouden door een voorstag op de fokkemarssteng, door een staand want van twee hoofdlijnen op de zaling van de marssteng van de grote mast en door een lopend want op het boeisel. De bezaanmast wordt gehouden door een voorstag op de grote mast en door een staand want van vier hoofdtouwen met weeflijnen. De steng van de bezaan wordt gehouden door een voorstag op de mars van de grote mast, door een staand stengewant van drie hoofdtouwen met weeflijnen op de mars van de bezaanmast en door een lopend want op het boeisel. Het model is niet uitgerust met zeilen. Aan de rondhouten, vallen en schoten is echter wel te zien welke zeilen het schip kon voeren. Onder de boegspriet hangt een ra voor een blinde. Op de voorstagen van de fokkemast konden drie fokken of kluivers gehesen worden. Aan de fokkemast en aan de grote mast hangen vier ra's waaraan drie razeilen passen (aan de fokkemast een fok, een fokkemarszeil en een fokkebramzeil en aan de grote mast een grootzeil, een grootmarszeil en een grootbramzeil). Aan de onderste ra's van de fokkemast en de grote mast zijn spieren (verlengstukken) gemaakt, die worden uitgezet wanneer er lijzeilen gehesen worden. Aan de bezaanmast hangen geen ra's. Wel kan een latijnzeil (bezaan) met spriet gevoerd worden. De schoten aan de onderste ra's zijn belegd op de boeisels. De schoten van de bovenste ra's lopen naar de masten erachter. Aan de top van de spriet van het latijnzeil zijn geerden gemaakt die lopen naar het achterdek. Ze moeten de spriet in bedwang houden. De vallen van de ra's zijn belegd op nagelbanken onder aan de masten. Ook zijn er vallen en schoten belegd op de korvijnagels in de staande wanten. Op de toppen van de drie masten vergulde kloten. Op het achterschip een vlaggemast. Aan geen van de masten zijn vlaggen gehangen, ook niet aan de vlaggemast op het achterschip. De blokken zijn van hout en zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip is rond en voorzien van een galjoen. Het achterschip is gepiekt. De spiegel is breed en plat en voorzien van snijwerk. De bodem is rond en voorzien van een kiel. Over de romp lopen twee berghouten. Het model van voor naar achter: Op de voorsteven een boegbeeld in de vorm van een leeuw. Daarachter het galjoen van drie opengewerkte regelingen. Onder het galjoen de kluisgaten waardoor de ankertouwen naar binnen lopen. Boven het galjoen aan weerszijden een botteloef. Dit is een schuin naar beneden wijzende stok die voorzien is van een blok, waardoor de boelijn van de fok moet lopen. Deze boelijn (bedoeld om de ra van de fok naar voren te trekken wanneer scherp aan de wind wordt gezeild) ontbreekt echter. Aan de einden van het galjoen zijn kraanbalken gemaakt. Daaraan hangen de ankers. Onder de rusten van de staande wanten en boven het bovenste berghout een rij geschutspoorten waaruit de lopen van twaalf kanonnen steken. Het voordek is verhoogd. Op de voorkant van het voordek een rij bolders. Daartussen twee naar voren gerichte kanonnen. Voor en achter de fokkemast twee nagelbanken. Achter de fokkemast een U-vormige schoorsteen, een rij bolders meet daartussen een houder voor de scheepsbel. Op het lagere middendek zijn de kanonnen te zien. Ze liggen op houten klossen die de rolpaarden moeten uitbeelden. Boven de kanonnen, langs de boorden zijn overdekkingen gemaakt, een soort gangboorden. In het midden van het middendek staat een sloep. Daaronder zijn de roosters gemaakt. Voor de grote mast staat een nagelbank. Het verhoogde achterdek begint achter de grote mast. Het is aan de voorkant voorzien van een metalen reling, die rondomd de grote mast loopt. Voor de bezaanmast is in het achterdek een trapgat gemaakt, dat omgeven is door een reling. Aan de voet van de bezaanmast een nagelbank. Achter de bezanmast een stuurrad. De spiegel loopt breed uit en is voorzien van houtsnijwerk (krulmotieven). Aan de bovenkant van de spiegel twee lantaarns. De galerij eronder heeft zeven toogvormige ramen met opgeschilderde roeden. De galerij loopt over het achterschip door naar voren (aan weerszijden drie ramen). In de wulf (ruimte tussen galerij en waterlijn) zijn twee openingen met luiken gemaakt. Waarschijnlijk zijn het geschutspoorten. Dat maakt het totaal aantal kanonnen dan 28. Kleuren: De romp is gedeeltelijk gelakt en gedeeltelijk geverfd. Het brede berghout is zwart, het smallere berghout erboven is gelakt. Het gedeelte onder het berghout (onderwaterschip) is wit. De spiegel, de lantaarns, de galerijen en delen van de wulf zijn verguld, evenals de rusten, de regelingen van het galjoen en de galjoenleeuw. De boeisels van voor- en achterdek zijn zwart met vergulde biezen. De dekken zijn zwart. De relingen op het achterdek en het stuurrad zijn verguld. De rolpaarden van de kanonnen zijn rood. De rondhouten (masten en ra's) zijn ongeverfd. Accessoires: stander. 
afmetingenhoogte 51.0 cm 
breedte 11.5 cm 
lengte 58.0 cm 
 
startdatum1775 
einddatum1825 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.