Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van een zeiljacht uit de zestien-kwadraat-klasse.

titelScheepsmodel van een zeiljacht uit de zestien-kwadraat-klasse. 
inventarisnummerFSM-1981-074 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerFerwerda, Gerben 
omschrijvingScheepsmodel van een zeiljacht uit de zestien-kwadraat-klasse. Op spanten gebouwd. De romp van mahoniehout, het lattendek van vurenhouten en mahonie en de rondhouten van oregon. Schaal 1:7½. Tuigage: Het model heeft één mast. De mast staat in een mastkoker op het voordek. Aan de bovenkant wordt de mast gehouden door een voorstag en aan weerszijden door een zijstag. De voorstag is met een harpsluiting bevestigd op het metalbeslag van de voorsteven. De zijstagen zijn met wantspanners vastgemaakt aan puttingen in de gangboorden. De zeilen zijn van wit (enigszins verkleurde) katoen: een gaffelgrootzeil en een stagfok. Het voorlijk van de stagfok is met metalen leuvers bevestigd aan de voorstag. De hals van de stagfok is met een ketting vastgezet op het metaalbeslag van de voorsteven. De fokkeval loopt over een houten blok aan de top van de mast en is belegd op de nagelbank aan de mastkoker. De fokkeschoten lopen door houten schootogen op de gangboorden en zijn belegd op houten klampen aan de binnenkant van de kuiprand. Het grootzeil is voorzien van een rechte gaffel die boven de mast uitsteekt. De gaffel heeft een houten klauw. De gaffel wordt gehesen met een klauwval en een nokkeval, die zijn belegd op de nagelbank aan de mastkoker. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen vastgemaakt aan de mast. De onderkant van het grootzeil is bevestigd in een gleuf in de bovenkant van de giek. De giek rust met een metalen klauw tegen de mast. De hoogte van de giek is instelbaar met de halstalie die is belegd op een metalen klamp aan de mastvoet. In het achterlijk van het grootzeil zijn drie zeillatten gestoken. In het grootzeil is aan weerszijden het zeilnummer 2832 aangebracht. De grootschoot loopt over twee enkelschijfs blokken aan de giek en één enkelschijfs blok op de overloop op het achterdek. Het vaste eind van de grootschoot is bevestigd aan het achtereind van de giek. Van daar loopt de schoot door het blok op de overloop, terug omhoog door de twee blokken aan de giek. De grootschoot is belegd op een houten bolder op de kielbalk. De twee blokken aan de giek hangen aan giekringen met houten rollers. Deze giekringen zijn onderling met elkaar verbonden door een stang en kunnen met een touw naar beleiven naar voren of naar achteren getrokken worden. Dit touw is vastgemaatk aan de voor- en aan de achterkant van de giek. Op de top van de mast een rood-blauw-rode windvaan (verklikker). De blokken zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: De voorsteven heeft de vorm van een overhangende lepelboeg. Het achterscihp is plat: een schuine speigel. De bodem is rond. Het grootspant heeft een U-vorm. Het jacht is voorzien van een vaste kiel. Het model van voor naar achter: De voorsteven is voorzien van koperbeslag, waarop de voorstag en de fokkehals zijn bevestigd. Het dekken en gangboorden steken over de boorden heen, zodat een stootrand ontstaat. De dekken en gangboorden zijn uitlatten gebouwd: licht en donker. Op het voordek een houten klamp. Voor de mast een V-vormige waterlijst die overgaat in de kuiprand achter de mast. Het voordek loopt onder deze waterlijst door: Tussen de waterlijst en de voorwand van de kuip is een afgesloten dekje. In de gangboorden de wantspanners van de zijstagen en de schootogen. Aan de mastkoker een nagelbank met koperen korvijnagels. De kuip is voorzien van een opstaande kuiprand. Onder de gangboorden zijn kastjes gemaakt. De voorste zijkasten zijn afgesloten met ene luik. Ook de ruimtes onder het voor- en achterdek zijn met luiken afgesloten. Tussen de open kastjes zijn twee verplaatsbare dwarsbanken gemaakt. De bodem van de kuip is bedekt met buikdenningen. Het roer hang onder het achterschip. De roeras steekt door het achterdek naar boven. Het helmhout is recht. Aan weerszijden van het helmhout twee houten klampen op het achterdek. Achter het helmhout de metalen overloop voor de grootschoot. De kleuren: De romp is gelakt. Net onder de stootrand een gele bies. Het onderwaterschip is wit. De onderkant van de kiel is rood. De dekken en gangboorden zijn gelakt, evenals de kuip, de mast en de rondhouten. Accessoires: stander. 
afmetingenhoogte 113.0 cm 
breedte 27.5 cm 
lengte 80.5 cm 
 
startdatum1981 
einddatum1981 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.