Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Scheepsmodel van driemastclipper.

titelScheepsmodel van driemastclipper. 
inventarisnummerFSM-K-014 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerWildschut, Tjipke 
omschrijvingScheepsmodel van een driemastclipper. Blokmodel, voorzien van masten en rondhouten die uit been zijn gesneden. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft een boegspriet en drie masten. De boegspriet wordt gehouden door een waterstag op de voorsteven. Op de top van de boegspriet een ezelshoofd dat de verbinding maakt met het kluifhout. Het kluifhout wordt gehouden door een waterstag die via een stampstok (schuin naar beneden wijzende stok, ook wel Spaanse ruiter genoemd) is vastgezet op de voorsteven en het boeisel bij de kraanbalken. Ook loops aan weerszijden een dubbel boegwant van de top van het kluifhout, via de kraanbalken, naar het boeisel van het voorschip. Aan de achterkant steken de boegspriet en het daar op liggende kluifhou door het voordek naar binnen. De drie masten zijn: een fokkemast, een grote mast en een bezaanmast. De masten hellen enigszins achterover. Alledrie masten zijn in drieën gedeeld: een mast, een marssteng en een bramsteng. Ook de bevestiging van masten en stengen is bij de drie masten gelijk: de marssteng is met een mars (kraaiennest) en een ezelshoofd aan de mast bevestigd en de bramsteng is aan de marssteng bevestigd met twee ezelshoofden, waarvan de onderste is voorzien van een dubbele zaling. De verstaging van de drie masten is ook gelijk: de masten worden gehouden door een door een staand want van zes hoofdtouwen met weeflijnen (touwladders) en door een lopend want (bakstag). De marsstengen worden gehouden door een staand stengewant van drie hoofdtouwen met weeflijnen op de mars en door een lopend want (bakstag). De bramstengen worden gehouden door een staand want van twee hoofdlijnen op de zaling en door een lopend want (bakstag). De staande en lopende wanten zijn aan weerszijden via rusten (horizontale balken op het boeisel) vastgezet met nagels. De masten en stengen worden ook gehouden door voorstagen. De voorstagen van de fokkemast, fokkemarssteng en fokkebramsteng zijn vastgezet op de voorsteven, de boegspriet en het kluifhout. De voorstagen van de grote mast, grote marssteng en grote bramsteng zijn vastgezet op de fokkemast (de voet van de mast, de mars en de zaling). De voorstagen van de bezaanmast, de achtermarssteng en achterbramsteng zijn vastgezet op de grote mast (voet van de mast, mars en zaling). Het model is niet uitgevoerd met zeilen maar aan de rondhouten en schoten is af te leiden welke zeilen er op het schip gevoerd konden worden. Aan de fokkemast passen drie kluivers (jager, buitenkluiver en binnenkluiver) en vier razeil (fok, voorondermarszeil, voorbovenmarszeil en voorbramzeil). Aan de grote mast passen ook vier razeilen (grootzeil, grootondermarszeil, grootbovenmarszeil en grootbramzeil). Aan de bezaanmast kunnen drie razeilen (begijnzeil, kruiszeil en grietje) en een gaffelzeil gevoerd worden. De twee onderste ra's van de fokkemast en de grote mast zijn uitgerust met spieren (uitschuifbare ra's waaraan lijzeilen bevestigd konden worden. In totaal konden er derhalve acht lijzeilen worden bijgezet. De ra's zijn vastgeknoopt aan de masten en stengen en kunnen dus niet met vallen neergelaten worden. De gaffel van de bezaan is evenmin voorzien van vallen. Wel is de gaffel aan de nok vastgezet met geerden (gebruikt om de gaffel in bedwang te houden) en is er een neerhaler aan vastgezet. De schoten van de zeilen lopen via blokken in de mast erachter (de zeilen van de fokkemast en grote mast) of via blokken in de mast ervoor (de zeilen van de bezaanmast). De onderste ra's zijn voorzien van boelijnen (gebruikt om de ra schuin naar voren te kunnen trekken om scherper aan de wind te kunnen zeilen). De schoten zijn vastgeknoopt op ringen op het boeisel. In de toppen van de masten geen vlaggen. Alleen aan de neerhaler van de gaffel wordt een rood-wit-blauwe vlag (tamelijk nieuw) gevoerd. De romp: De voorsteven is scherp, clippersteven. Het achterschip is van boven rond en van onderen scherp en geveegd. De bodem is voorzien van een kiel. Het model van voor naar achter: Onder de boegspriet op de scheg een boegbeeld in de vorm van een vogelkop. Het voordek is hoog (bijna gelijk met de boevenkant van het boeisel). Op het voordek een afuit van een kanon (het kanon zelf ontbreekt), een bolder en twee bovendekse kraanbalken met een bolder, die samen een V-vorm maken. Aan de uiteinden van de kraanbalken hangen de ankers. De ankerkettingen lopen via de kluisgaten naar binnen. Op het middendek de fokkemast en de grote mast met daartussenin een dekhuis met geschilderde deuren en ramen. Voor de fokkemast een klos voor de voorstag van de grote mast. Achter de grote mast een luikhoofd. Op het verhoogde achterdek de bezaanmast met ervoor en erachter een luikhoofd. Op het achterschip een stuurkast met stuurwiel en een opbouw van het achteronder. Rond het achterdek een touwreling. Kleuren: De romp is zwart. Het onderwaterschip is goud/bronskleurig. Het boegbeeld is eveneens goudkleurig. De dekken zijn gelakt. De binnenkanten van de boeisels, het dekhuis, de luikhoofden, de bolders en de andere opbouwen op het dek zijn wit geverfd. De stander is gebeitst. Accessoires: stander. 
afmetingenhoogte 51.0 cm 
breedte 10.0 cm 
lengte 65.0 cm 
 
startdatum1890 
einddatum1901 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.