Maritiem Digitaal

collectie zoeksyteem van de maritieme musea


Blokmodel van de Lemster beurtman.

titelBlokmodel van de Lemster beurtman. 
inventarisnummerFSM-1987-344 
collectieScheepsmodellen    
museumFries Scheepvaartmuseum   Fries Scheepvaartmuseum
makerOnbekend 
omschrijvingScheepsmodel van de Lemster Beurtman, het beurtschip van Lemmer op Amsterdam. Op spanten gebouwd. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft één mast en een kluiverboom. De kluiverboom wordt aan de voorkant gehouden door een kraanlijn, in het midden door een haak en een ring aan de voorsteven en de achterkant rust in een metalen kluiverboomstoel. Het model heeft één mast, die is voorzien van een steng. Mast en steng worden gehouden door een voorstag die met een tiengaats jufferblok op de voorsteven is bevestigd. Aan weerszijden wordt de mast gehouden door een staand want van drie hoofdtouwen (tussen twee daarvan zijn weeflijnen gemaakt als touwladder) en door een lopend want (bakstag). Het staande en lopende want is met puttingijzers vastgezet op het boeisel. De mast is niet strijkbaar. De zeilen zijn van witte katoen: een kluiver, een stagfok, een grootzeil en een driehoekig topzeil. Het katoen is verkleurd en er zijn gaten in gevallen. Het grootzeil lijkt nieuwer dan de andere zeilen. De kluiver wordt uigezet met een traveller. De kluiverschoot is belegd op een bolder aan stuurboord. Het voorlijk van de stagfok is met metalen ringen aan de voorstag bevestigd. De fokkeschoot is belegd op een hakkeblok, dat is vastgemaakt aan een overloop. Het grootzeil is voorzien van een rechte gaffel. Het wordt gebruikt zonder giek (zeilen met de losse broek). Aan de broek van het grootzeil is een bonnet (afknoopbaar gedeelte) gemaakt. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen aan de mast bevestigd. De grootschoot is belegd op een hakkeblok, dat is vastgemaakt op een overloop op het achterschip. Het topzeil is bevestigd aan de steng en aan de bovenkant van de gaffel. De vallen van de zeilen zijn belegd op klampen aan de onderkant van de mast. Op de top van de mast een rood-wit-blauwe zwaluwstaartvleugel en erboven een versierde kloot. De houten blokken zijn voorzien van metaalbeslag, maar niet van lopende schijven. De romp: rond voorschip, rond achterschip en ronde bodem. Opvallend is de brede kop van het schip en het smalle, gepiekte achterschip. Het model van voor naar achter. De voorsteven is met metaal bestlagen. Aan weerszijden van de voorsteven de kluisborden, de berentanden en twee kraanbalken. Deze kraanbalken worden gebruikt bij het ankeren om te voorkomen dat de scheepshuis beschadigt. Het anker hangt over de kraanbalk aan stuurboord. Het ankerketting loopt via het kluisgat naar de braadspil op het voordek. Tussen braadspil en voorsteven is een vierkanten metalen schoorsteen. Achter de kluiverboomstoel zijn twee luiken in het dek gemaakt. De binnenkanten van de luiken zijn beschilderd: de voorste met een landschapje met man, de achterste met een voorstelling van een beurtschip. Vlak voor de mast de overloop van de fokkeschoot, die loopt van boeisel tot boeisel. Naast de mast een watervat met hevel die uitmondt in een aker. Achter de mast een hoge nagelbank, waarop enkele vallen en ondermeer de halstalie zijn belegd. Daarachter het ruim, dat wordt afgedek met drie ronde luiken, en een hoge roef. Tussen de roef en de nagelbank loopt een soort ladder, die gebruikt zal zijn als houder van het zeil en de gaffel, wanneer deze gestreken waren. Aan weerszijden van het ruim zijn in de gangboorden twee lenspompen gemaakt. De roef heeft in de voor- en zijwanden ruitvormige ramen. In de zijwanden zijn schuifdeuren gemaakt en in de achterwand dubbele, scharnierende deuren. De zwaarden zijn gemaakt uit een stuk. Ze zijn voorzien van verdikte koppen en metaalbeslag over de boven- en onderkant. De zwaardloper gaat via een oog op de buitenkant van het boeisel, over het boeisel en is binnenboord getakeld met een zwaardtalie die loopt door twee blokken en die in het voorschip is belegd op een klamp tegen de binnenkant van het boeisel. In het achterschip is een paviljoen gemaakt: een verblijf waarvan het dak even hoog is als de bovenkant van het achterboeisel. Het is toegankelijk door twee schuifluiken in het paviljoendek. Over het paviljoendek loop de overloop van de grootschoot. De helmstok van het roer is licht gebogen en loopt over het paviljoendek, onder de overloop naar het dek tussen roef en paviljoen. Het roer wordt versierd met een gehelmde roerkop. Op de achterkant van de helmstok is geschilderd: '1839'. In het achterschip zijn aan weerszijden van het roer twee ramen gemaakt. De randen daarvan zijn met schilderwerk versierd: bladertakken en wapens. Het wapen aan stuurboord is dat van Amsterdam. Het wapen aan bakboord is moeilijk te zien. Onder de geoxideerde verf tekent zich een bolvorm af en dat zou de aardkloot van het wapen van Lemsterland kunnen zijn. Kleuren: De romp is geheel gelakt. Ook de rest van het houtwerk (dekken, ruim, rondhouten, etc.) zijn gelakt. De twee luiken op het voordek zijn donkergroene geverfd, evenals het midden van de luiken van achterruim. De roef is ook donkergroen met rond de ramen een rode bies. Het helmhout is groen met een rood handvat. De roerkop en de randen van de achterramen van het paviljoen zijn meerkleurig beschilderd. Accessoires: houten stander, watervat en aker. 
afmetingenhoogte 125 cm 
breedte 32.0 cm 
lengte 125 cm 
 
startdatum1839 
einddatum1839 

Commentaar van bezoekers

 
  voeg uw commentaar toe
naam
email
commentaar
afbeelding uploaden
verificatie

Typ de tekst van het plaatje in het veld. Klik op het plaatje als de tekst onleesbaar is.